Alsjeblieft, ik krijg geen adem

19 juni 2020

De laatste weken is er behalve corona nog een andere gebeurtenis erg aanwezig geweest in het nieuws: in Amerika werd George Floyd vermoord door een agent en hij is niet de enige. Hierdoor werd ook het racisme in België en in onszelf naar de voorgrond gebracht. De vraag wat zij er aan kunnen doen, klinkt erg luid bij de jongere generaties. Bij PLUS willen we daar een antwoord op zoeken geïnspireerd op teksten uit de Bijbel.

In Genesis 2:7 vertelt de Bijbel ons dat God de mens boetseerde uit stof en hem de levensadem in blies. Adem is dan ook zo belangrijk voor ons als mensen. Toen wij onze adem op de proef stelden en hem om ter langst inhouden, kon de winnaar het maar net 1 minuut volhouden. De grootste groep PLUSsers moest het al opgeven na een halve minuut. Adem is dan ook ons leven, het zorgt er voor dat we kunnen praten, spelen, lopen, muziek maken, ...
We verkenden het ademen verder met een estafette en het uitblazen van een kaars die op 1,5 meter stond. Dat zorgde er voor dat enkelen onder ons zich draaierig voelden of op z’n minst buiten adem. Het doet dan ook pijn wanneer iets of iemand je adem wegneemt. Tijdens de estafette maakten we 2 mannetjes, die er verschillend uitzagen en wat zegt de Bijbel ons daarover? In Genesis 1:27 kun je lezen dat God de mens schiep als zijn beeld. Dat wil zeggen dat elke mens gemaakt is naar Zijn beeld. Als Christenen zien wij elke mens, elk leven, als even waardevol. Racisme past daarom helemaal niet in het Christen zijn. Het valt wel op dat het nu vooral over de levens van zwarte mensen gaat.

Zijn we de anderen dan vergeten? Ook daarover geeft de Bijbel ons inzicht. In Lukas 15:3-7 raakt de goede herder één schaap kwijt, dat schaap verkeert in gevaar. Om het schaap opnieuw in veiligheid te brengen, moet de goede herder even zijn kudde alleen laten. Ze zijn op dat moment niet minder belangrijk, ze hebben alleen zijn hulp niet nodig op dat moment.

Misschien lukt het ons te spreken voor wie geen stem heeft.

Sarah

Dan knielden we neer en maakten het stil. Acht minuten en 46 seconden, de tijd die voorbij ging terwijl de agent met zijn knie op de hals van Georges Floyd bleef zitten. Velen onder ons konden niet blijven zitten. De druk op de knie werd te zwaar en er moest gewisseld worden. We waren er nadien nog wat stil van: “Wat deed mijn knie al pijn en ik zat dan nog maar in het gras.”

Ervaren is één dingen. Maar kunnen we hier iets aan doen? We zochten opnieuw inspiratie in de Bijbel. Matteüs 7:12 schrijft “Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen.” We zijn zelf al in situaties geweest waarin iemand ons iets oneerlijk aandeed en wat deed het dan goed dat iemand voor ons op kwam. Er zijn mensen wiens adem op dit moment op is. Ze zijn moe gestreden.
Het is aan ons om voor hen op te komen. Misschien lukt het ons om iemand die een racistische uitspraak doet daarop aan te spreken. Misschien lukt het ons te spreken voor wie geen stem heeft. Misschien lukt het ons om onze eigen gedachten stap voor stap te veranderen. Dat moeten we niet alleen doen. We mogen God vragen ons de kracht te geven die hiervoor nodig is.
Zijn Geest verandert onze gedachten.s

Sarah, Volwassen PLUSbegeleidster