Eerste Stop:

Wanneer het licht ver­dwijnt.

Het water komt – Gen 7:17-24
Veertig dagen lang stroomde het water over de aarde. Het water kwam hoger en de boot kwam los van de grond. Er kwam steeds meer water. En toen het water bleef stijgen, begon de boot te drijven. En er kwam nog meer water. Zelfs de hoogste bergen kwamen onder water te staan. Ten slotte stond het water ruim 7 meter boven de bergen. Alles wat op aarde leefde, verdronk. Alle mensen verdronken, en ook de wilde en de tamme dieren en de vogels. Alles wat leefde en ademde, ging dood. God liet alles wat op aarde bestond, verdwijnen: de mensen, het vee, de kleine dieren en de vogels. Alles verdween van de aarde. Alleen Noach bleef over, en alles wat bij hem aan boord was. De aarde stond 150 dagen lagen helemaal onder water.

We lazen een stuk uit het verhaal van Noach. Hij krijgt van God de opdracht om een ark te bouwen. In die ark moet hij niet alleen zijn familie, maar ook alle diersoorten onderbrengen. De ark zal hen veilig houden terwijl God de hele aarde vernielt met regen. Wat moet Noach zich ongerust en bang gevoeld hebben. Hij kon alleen zijn gezin meenemen, al zijn vrienden en familie zou hij verliezen. Beseffen dat God dit zomaar met de aarde kan doen en de mensen in de steek durft laten, moet beangstigend geweest zijn. Wat moet Noach bang geweest zijn voor de toekomst.

Heb jij je al in steek gelaten gevoeld? Wanneer was dat?

Zijn er ook momenten geweest dat jij iemand in de steek liet? Wanneer, wat was dat moment?

Onderweg naar de volgende stop mag je deze vragen beantwoorden met je medewandelaars.

[an error occurred while processing this directive]